dinsdag 30 juni 2009

Bipolair

Vandaag heb ik weer eens beide polen der bipolariteit ervaren.

Sinds ik met lithium ben begonnen, waren enkel de euforische pieken gelijk verdwenen (damn!). Mijn stemming bleef echter als een blaadje aan een boom: de ene keer vrolijk wapperend en vol energie, dan ineens stil en treurig naar beneden hangend, verlangend naar de grond. Heel vermoeiend en vooral ook verwarrend. Ik wist echt niet meer hoe het er nu voor stond bij mij, waar ik me ergens in het proces bevond en waar ik zou eindigen. Ik werd er wanhopig van.

Sinds de extreme verhoging van zowel antidepressiva als lithium, leek de stabiliteit zich dan toch eindelijk in mijn hoofd te nestelen. Stabiel depressief, dat dan wel weer.

Vanochtend stond ik ineens vrolijk op. Ik heb gezongen, ik heb mijn liefje besprongen en gekust. Ik heb een zomerse broek en slippers aangetrokken en ben vol goede moed naar het ziekenhuis gefietst. Ik voelde me opgelucht: het begin van het (positieve) einde!

Daarna zakte het weer eventjes in. Maar met de lunch voelde ik de energie weer terug mijn lijf in stromen, nu zelfs nog sterker. Ik bedacht me nog dat ik eigenlijk naar buiten zou moeten rennen om daar helemaal los te gaan. Dat doe je niet binnen met al die depressieve mensen om je heen. Maar het zakte weer eventjes in. Dus ik bleef nog even naar buiten kijken. Naar het zonovergoten groen dat momenteel zo massaal positieve energie staat uit te stralen.

Ik begon dingetjes te zien in de bomen: gezichten, mensen, andere wezens. Ik bedacht me hoe fijn het zou zijn om als al die blaadjes zo licht in de lucht te bewegen, me zo heel vrij te voelen.

Toen voelde ik ineens heel sterk dat ik zelf nooit zo gelukkig zou kunnen zijn. Niet met dit hoofd, niet met dit lijf. Ik moest van mezelf af. En ik zag eindeloos mezelf van het dak af vallen. Achter elkaar, door en door.

Paniek.

In tranen heb ik mezelf leeggestort bij de verpleegkundige. Nu terug bij af: moe en verward. En afwachten wat mijn hoofd nog meer voor me in petto heeft.

maandag 29 juni 2009

Grrrrrrrrrrrrrrr


Vandaag ben ik zwaar geïrriteerd. Of geagiteerd, dat verschil weet ik nooit.

Wellicht zomaar een dag die weer even wat stroever verloopt. Of zou het komen dat ik vanochtend in Het Gesprekje met de verpleegkundige voor het eerst mijn eetprobleem heb aangekaart? Ik vind dat nog moeilijker te bespreken dan mijn suïcideneigingen. Of zou het komen dat ik vanmiddag weer Psycho Motorische Therapie (PMT) had en die therapeut telkens op mijn meest gevoelige en weggestopte plekjes zit te drammen?

Ik weet het niet, maar alles lijkt weer veel zwaarder. En waarom bel ik de verpleegkundige nooit?! Ze zei nog nadrukkelijk dat ik dat moest doen als ik me 's avonds zo voelde. Mijn liefje is nu even naar zijn huis en ik voel me verlaten, ik voel me alleen, ik voel me wegzakken in het zwarte gat dat heel even uit zicht was.

Dit worden pillen of chocola en het rare is dat ik voor het laatste zal kiezen maar me er het minst goed bij zal voelen.

zondag 28 juni 2009

Horizon

Sinds de dosis antidepressiva en lithium flink zijn verhoogd, zijn mijn fysiek sportieve uitingen flink verlaagd.

Zojuist zag ik kans om een drempel te overwinnen. Mn liefje had namelijk wat spullen nodig uit zijn huisje om wat langer in mijn huisje te kunnen verblijven. Ik ben erg gemotiveerd om mijn liefje zoveel mogelijk bij mij te houden. Hij doet me goed.

En voor ik het wist, sprong ik dus op de fiets om naar zijn huis te sjeesen. Wat een heerlijk gevoel! De wind in mijn gezicht en door mijn haren, nagefloten worden door jongens die duidelijk niet wisten dat ik zojuist twee moddervette brownies naar binnen had gewerkt. In vliegende vaart door bochten, over klinkers en door het net-niet-rode stoplicht. Alsof het nog heel normaal was voor mij om zo actief te zijn.

Helaas kwam heel zachtjes en zonder dat ik het direct merkte, al voor ik halverwege was, weer de zzzzzzzloomheid erin. Moe, in mijn hoofd, in mijn benen, in mijn hele lijf. En toen was het vooral volhouden om de eindbestemming te bereiken.

Ik besef me nu dat ik het zo jammer vind dat ik niet zo lekker meer door kan schieten naar hypomane euforie. Het duurt al zo lang om me van de huidige depressie te ontdoen. Deze is als hele dikke stroop, die ik nauwelijks van mijn lijf kan schrobben.

Natuurlijk weet ik dat er met lithium in mijn bloed nog steeds een hoopvolle horizon in zicht is. Het is enkel zo ontzettend ver fietsen.

zaterdag 27 juni 2009

Mannen Willen Doen

Het voordeel van depressief zijn, is dat niets me echt meer interesseert. Voordeel, want het maakt minder hebberig, ik ben niet bezig met wat ik allemaal aan festivals bezocht moet hebben en welke boeken ik per se allemaal nog moet lezen. Lekker rustig.

Maar natuurlijk word ik ook veelvuldig met de mindere kanten geconfronteerd. En vandaag was er weer zo eentje die nadrukkelijk de machteloze kant van mijn depressie belichtte.

Mijn vader kwam op bezoek.

Het was een heel gedoe voor hem om hier te komen. Stond uren vast in de file, in de drukkende hitte en met een lastige routebeschrijving. Hij heeft hartproblemen en die waren ook nu weer voelbaar aanwezig. Kortom: hij deed een hoop moeite om zijn dochter te laten weten dat hij aan haar denkt.

Maar mijn vader is een Man.

Dat betekent geen arm om me heen, niet even naast me zitten en begrijpen dat het nu gewoon eventjes niet gaat. Hij laadde direct zijn auto uit met boekjes en tijdschriften die hij voor me had uitgezocht. Om me vervolgens in vliegende vaart mee te slepen naar de supermarkt om de hoek om allemaal Leuke en Lekkere Dingen voor mij te halen. En Bloemen. En Fruit. En Sapjes. En kon ik niet Nog Iets bedenken waar ik heel Blij en Gelukkig van werd?!

Nee, dat kon ik niet. En al die andere dingen deden me ook he-le-maal niets. Hoe frustrerend voor een machteloze vader. Ik moest gelukkig nog een pakje yoghurt hebben en die rekende hij blij voor me af.

Mijn vriendje doet ook zijn best. Hij is wellicht een iets modernere man dan mijn vader, want die arm slaat hij geregeld om me heen. Hij is niet enkel oplossingen aan het zoeken, maar begrijpt dat hij er vooral even moet zijn.

Toch kwam zojuist de Man in hem naar boven. Hij kon kaartjes kopen voor het U2 concert op 21 juli. Ondanks zijn penibele financiele situatie telde hij flink wat rode centjes neer. Ik vroeg waarom en hij legde me uit dat hij mij daarmee een Geweldig Gelukkige avond hoopt te bezorgen.

Op die avond heb ik minstens twee weken opname en zeker 3 extra weken pillen achter de rug. Dus dat moet vast goed komen.

vrijdag 26 juni 2009

Het Systeemgesprek

Depressief zijn is vermoeiend, maar eruit zien te komen is vermoeiender.

Vanochtend hadden mn liefje en ik een zogenaamd Systeemgesprek met psychiater, zaalarts en co-assistent. Wij hadden ons voorbereid op een informatief verhaaltje gericht aan mijn liefje die nooit eerder mee was geweest naar welke hulpverlener van mij dan ook.

Maar nee, de psychiater wilde vooral weten hoe het er nu met mij voor stond. Had ik nog suïcidale gedachten? En kon ik die zo precies mogelijk omschrijven? Op welke momenten was ik verdrietig? En waarom? Ik plukte vermoeid de doos tissues leeg die cliché op tafel stonden. Mn liefje hield mijn handje vast.

De psychiater wist naar mijn liefje toe vooral te benadrukken dat een bipolaire stoornis een chronische ziekte is. Hij keek mij daarbij doordringend aan. Vervolgens voegde hij daar ongevraagd aan toe dat het best mogelijk was om zwanger te worden. Al moesten we dat dan wel eerst met de psychiater bespreken.

Even later stonden we uitgeput en leeg in de lift. (Mijn liefje zag de trap echt niet zitten.) We probeerden de ochtend nog in een soort van positieve vorm te duwen door in het veel te dure ziekenhuiswinkeltje cadeautjes voor elkaar te kopen. Als mijn liefje het had aangedurft om met die enorme Sesamstraat ballon over straat te lopen, hadden we vast heel hard gelachen. Maar hoezeer we het ook probeerden, die stemming kwam er niet echt in.

We zijn thuis geheel structuurloos op bed gaan liggen en waren blij dat we wat konden slapen.

Vooral door blijven ademen, dan komt er vanzelf vast een moment dat we verwonderd terugkijken en heel hard lachen. En daar hebben we dan geen ballon voor nodig.

Opluchting

De enorme onzekerheid over de juistheid van mijn diagnose en de bijbehorende aandacht die ik daarbij opeis, ademde vanochtend nog door mijn hele lijf.

Ik sprak uit bij De Dagopening dat ik even daarvoor met een flinke portie spanning het ziekenhuis was binnen gestapt. Dat bleek geen probleem, althans niet voor de dienstdoende verpleegkundige. Er zou toch al een Gesprekje plaatsvinden en daarin zou ik de gehele kluwen verwarring in mijn chaotische hoofd aan haar mogen overhandigen.

Dus ik vertelde haar tijdens dat Gesprekje dat ik mezelf een aanstelster vond. Althans, dat ik dat niet zeker wist, maar dat het een onprettige gedachte was die telkens maar weer overal tussendoor piepte. En ik gooide er nog heel veel gedachtekronkels en -spinsels en ander grei achteraan. Toen mijn hoofd zo leeg was, dat ik geen woorden meer kon vinden, schetste zij me rustig en helder wat hun beeld is van mij. Kort samengevat: wel op mijn plaats in het ziekenhuis en geen aanstellerij.

Het was overtuigend. En bracht me enorme opluchting.

Daardoor kwam ik vervolgens eindelijk aan mezelf toe. Dat dit verdrietig en vermoeiend is, neem ik voor lief. Ik ben nu in de best denkbare gelegenheid wat van mijn leven te maken en daar ga ik voor.

Na De Dagsluiting fietste ik naar huis en zag ergens onderweg een vadsig en grijs stel onderuitgezakt voor de tv hangen. Ik bedacht me dat deze mensen best eens depressief zouden kunnen zijn. Ik moest denken aan de mensen die ik nu ken op mijn afdeling. Dat zijn geen bankhangers, maar harde werkers.

Ik voel me trots dat ik daar bij hoor.

woensdag 24 juni 2009

Moe en verward


Het was een verwarrende dag en ik pieker me helemaal suf wat me nu het meest in verwarring bracht.

Is dat het feit dat de arbo-arts me spontaan als 100% arbeidsongeschikt bestempelde? Dat ik me zowaar prettig begin te voelen in het ziekenhuis? Of komt het door het contrast tussen die twee zaken en het feit dat ik juist vandaag bij sterke vlagen weer enorm twijfelde of ik eigenlijk wel iets mankeer? Heb ik mezelf niet geheel onterecht en aanstellerig tussen echte behoeftigen geplaatst?

Ik ben voortdurend mezelf met De Anderen aan het vergelijken en dat biedt soms helderheid en rust. Soms glibbert echter mijn weinige gevoel van houvast uit mijn handen. Vandaag is het laatste het geval. Ik ben geen echte patiënt. Of wel...?

Eigenlijk weet ik niet meer waar ik het zoeken moet. Het ligt aardig overhoop binnenin. Ook fysiek overigens: mijn darmen rommelen inmiddels al meer dan 24 uur. Volgens mij zou ik erbij gebaat zijn als ik mijn hoofd wat meer vrij liet uitwapperen en alles directer op mijn hart liet inwerken.

Ik denk dat het de sleutel is voor een echt goede en stevige basis. Bovendien zou ik nu dan een stuk minder moe zijn.

Denk ik.

dinsdag 23 juni 2009

Een nieuwe fase en een nieuw begin*


De eerste dag was gelijk een van de drukste dagen van mijn weekrooster. Van uur tot uur was ik vastgezet in 'verplichte' therapieën en activiteiten.

Iedereen schijnt de eerste dagen te moeten wennen, werd me vandaag meerdere keren verteld. Want ja, ik moet wennen. Zit ik daar ineens tussen patienten. Als patient. Sjok ik achter de activiteitenbegeleidster naar het therapiegebouw. Om daar collages te gaan knippen en plakken. Gaan we in groepen praten over angsten en gevoelens en word ik daarbij van alle kanten bemoedigend toegeknikt en zacht begripvol aangekeken.

Heel confronterend.

Ik geloof dat ik nog niet had geaccepteerd dat ik serieus iets mankeer. Daar kan ik sinds vandaag echter niet meer omheen. Met zachte dwang word ik met mijn neus op de feitelijke werkelijkheid gedrukt. Het zal nog wel wat moeilijke momenten opleveren.

Nu ben ik thuis en kapót. Heel anders dan 40km wandelen, maar op de lange termijn hopelijk minstens zo heilzaam.

* Vrij naar de beginregels van Herman Gorter's beroemde gedicht "Mei" ("Een nieuwe lente en een nieuw geluid")

maandag 22 juni 2009

Bang


Het viel niet mee vandaag.

Nou ja, de tandarts eigenlijk wel, die wist handig en ervaren in een half uurtje zijn hele lijstje af te werken. Thuis in de spiegel zag ik dat er nog wat bloedspetters op mijn gezicht waren achtergebleven, maar binnenin leek alles strak voor elkaar.

In het ziekenhuis moest ik met een halfverlamde mond mijn verhaal doen bij de receptie. Dat ik voor een intakegesprek kwam. Nee, ik kende de namen niet van de deskundigen die me zouden ontvangen. Dat werd ineens een heel onzekere toestand.

Toen ik tranen voelde branden, besefte ik me plotseling dat ik hier op mijn plaats was.

Na veel gedoe werden de betreffende personen en de afdeling gevonden en ik moest twee verdiepingen omlaag waar ik zou worden opgevangen. Toen ik uit de lift stapte was er niemand te bekennen. Dus ik liep voorzichtig de afdeling op. Zag een broodmagere vrouw rommelen met een stapel papiertjes en een boekje, een wat gezette man praatte afgevlakt tegen zijn mobieltje, ik zag een verdwaald breiwerkje. En vooral: een troosteloos interieur.

Ik werd bang.

Die angst is niet meer weggegaan. Niet meer tijdens het wachten tot de zaalarts tijd had om me te spreken, niet meer tijdens het confronterende gesprek met deze arts en een co-assistent. Heel eventjes werd het misschien iets minder toen ik kennismaakte met een van de verpleegkundigen, maar het was in alle hevigheid aanwezig toen ik zelf nog wat rondzwierf over de afdeling.

Ik fietste naar huis en werd aangesproken door een dakloze. Ik huiverde bij het idee dat de afstand tussen deze ontspoorde man en mij waarschijnlijk nooit kleiner is geweest dan nu.

Als mijn eerste complete dagopname-dag morgen ook maar een klein beetje van al deze angst zal wegjagen, haal ik diep en opgelucht adem.

Dagplanning

Vanmiddag staat dan het intakegesprek gepland. Met arts en verpleegkundige geloof ik. Werkelijk geen idee wat me te wachten staat. Maar ik hoef me er nu nog even niet druk over te maken, want eerst zal vandaag mijn verstandskies worden verwijderd en drie gaatjes worden gevuld.

Lekker dagje voor de boeg.

Vannacht slecht geslapen en flink gedroomd. Over slappe boterhammetjes in het ziekenhuis met smakeloze en volvette kaas. En mijn moeder zei dat ik Alzheimer had.

In elk geval één opluchting toen ik wakker werd: Alzheimer komt in onze familie geheel niet voor.

zondag 21 juni 2009

Open


Ik besloot al vanaf het allerprilste begin zoveel mogelijk open te zijn. Niet alleen over de diagnose die de psychiater nodig had om mij beter te begrijpen, maar nu dan ook over de opname die staat gepland.

Taboes zijn er om doorbroken te worden. Dat geeft iedereen een hoop extra ruimte, lucht om vrij te ademen. En bovendien gaat het nog eens over MIJ ook! En verkies ik uiteindelijk geen leven in een verstikkend donkere kelder, maar wil ik mijn kleurige leven vrijelijk vorm geven tussen anderen.

Helaas hou ik er ook vaak zo'n akelig gevoel aan over dat ik open ben geweest. Mensen hebben namelijk altijd een mening. En natuurlijk delen ze die graag met me. Soms blijkt het zelfs De Waarheid te zijn! Of ze stellen allerlei vragen waar ik eigenlijk helemaal geen antwoord op heb.

Het resulteert in algehele verwarring.

En of ik nou trots ben op mezelf dat ik mezelf niet onder stoelen en banken heb verstopt? Ik weet het niet. Het wordt nu weer zo'n lange dag waarin ik al die anderen van me af ga proberen te schudden en mezelf terug hoop te vinden.

zaterdag 20 juni 2009

Ode aan mijn Lief


Erkend wanhopig of niet, mijn zus wilde alleen weten "of ik dan wel naar vaderdag kwam" en een vriendin was vooral geinteresseerd of ik wel op haar feestje zou zijn. "Want er belden al zoveel mensen af."

Sja, ieder zijn zorgen.

Ik besef me nu des te meer dat ik gezegend ben met mijn liefje. Onbeschrijflijk gezegend, maar toch wil ik proberen dit in woorden te vatten, want hij verdient een ereplaats in mijn blog. (Want die heeft hij ook in mijn leven.)

Het gaat om zijn benen die rotsvast op de meest nuchtere bodem staan. Zijn warme en overtuigende stem waarmee hij ieder vlokje schuldgevoel geheel uit mijn hoofd praat en zijn persoonlijke toewijding om te zorgen dat het niet gekker wordt allemaal.

Waar ik zonder hem zou zijn? Dat zijn van die dingen waar ik momenteel even niet aan moet denken. En hij zorgt ervoor dat ik dat ook uit mijn hoofd laat.

Dankzij hem mag ik nu in joggingpak languit op de bank liggen. Fijn, de gordijntjes dicht en alleen maar tv, laptop en boek binnen handbereik. En een fles cola light.

Ik ben zo moe, moe, moe. Maar nu mag ik het gewoon even laten gaan zoals het gaat. En dat het zowaar nog lukt ook, daar heeft mijn liefje dus voor gezorgd.

vrijdag 19 juni 2009

Erkende wanhoop

Vanmiddag had ik een afspraak met mijn psychiater. Ze vond niet dat ik een aansteller was. De wanhoop bleek vooral heel herkenbaar en niets in mijn verhalen leek haar echt te verrassen.

Ze wist precies hoe nu te handelen: op naar een dubbele dosis antidepressiva en de lithium kon ook nog wel omhoog. Al beginnen de pilletjes me wel iets meer tegen te staan--en oh! wat is die lithium toch smérig!--toch ben ik altijd blij als daarin nog mogelijkheden zijn. Uitzicht op beter is vooral erg prettig. Helaas moet ik nu wel vaker heen en weer naar de apotheek, want ze schrijft me nog maar minimale aantallen voor per keer.

Want ja, ik had haar alles verteld en sja, dat krijg je dan.

Maar de psychiater had ook een heel eigenaardig ander idee. Het leek haar beter als ik werd opgenomen. Oké, ik mocht dan wel 's nachts bij mijn vriendje slapen. Maar een beetje structuur, begeleiding en rust overdag kon geen kwaad.

Slik. Slik. Slik.

Ik dacht op dat moment aan wat een heel goede en ervaren vriendin me vertelde over het kleien en andere creatieve onzin met medewanhopigen. Dat je daarna vooral héél gemotiveerd bent om weer fijn je eigen baan op te pakken. Dat je dan enorm zult genieten van je "normale" leventje.

Dus zei ik ja.

En dat ik vanavond waarschijnlijk niet naar dat geplande feest gaat, doet me dit keer niet zoveel. Ik ben nu tenminste erkend wanhopig.

donderdag 18 juni 2009

Schuld

Ik ben maandag natuurlijk niet naar dat feestje gegaan. Het was een mooi plan, maar na het uitvoeren van stap 1 en stap 2 was het wel weer even genoeg. Dat heb ik ineens weer vaker de laatste tijd. Ik ben (mentaal) moe en voel me ontzettend onder druk staan. De gang is eruit.

Dus ik vond het dan eigenlijk ook best een verstandige keuze. Even rust nemen en me terugtrekken uit een hectisch leven vol verwachtingen kan dan alleen maar goed zijn.

Maar schuld! Ik heb de rest van de dag moeten worstelen met enorme schuldgevoelens. Had ik er dan toch niet goed aan gedaan? Liet ik niet iedereen om me heen in de steek? Zouden ze niet ontzettend de balen van me hebben? Ik was een zwakkeling die er zelf voor koos niet mee te doen in de wereld.

Wat volgens mij een rol speelt in de immense vulkaan van schuld die op mijn schouders is gaan roken, is de ondraaglijke onzekerheid waarin ik mij bevind. Ben ik nu wel of ben ik nu niet ziek? Ben ik legitiem minder aan het werk of ben ik een aanstelster? Waar bevind ik me nu en waar ga ik heen?

Had ik enkel maar griep.

woensdag 17 juni 2009

Rust

Dat ik het zo bijzonder en fijn vond om me zo dicht bij mijn lieve vriendje te voelen, is ook omdat het me maar zelden lukt. Tevens is de enorme afstand tot mijn echte eigen Ik een vrijwel permanent gegeven. En ik moet denken aan iets dat ook gisteravond gebeurde.

Mijn liefje en ik lagen samen op de grond, tegen elkaar aan. Te praten. En terwijl ik weer eens mijn mentale huishouding zo goed mogelijk onder woorden probeerde te brengen, voelde ik dat hij in slaap viel. Eerst wat schokjes in zijn lijf, toen de diepere ademhaling en daarna een heel voorzichtig snurken.

Ik bedacht me dat dit een perfecte situatie was om hysterisch te reageren. Dan zou ik volkomen in mijn recht staan. Ik zou alle aandacht op kunnen eisen en hij zou zich enorm schuldig voelen en me eindeloos troosten. Misschien zou hij zelfs wel naar de winkel gaan om een doos negerzoenen te halen.

Maar ik besloot iets anders. Ik wilde eens voelen wat het echt met me deed. Wederom een poging mijn oprechte Ik te vinden.

Het deed me eigenlijk niet zoveel. Nou ja, ergens bevestigde zijn voorkeur tot slapen de vervelende gedachte dat ik niets voorstel en dat ik vooral veel poeha loop te maken over weinig. Maar dat was maar een heel klein stukje. Ik vond het vooral lekker rustig eigenlijk. Dat gepraat ook de hele tijd. Je kunt dingen ook kapot analyseren.

Hij schrok wakker van zijn eigen gesnurk en vond het heel erg. Hij keek me een beetje wanhopig aan, en kwetsbaar.

Ik gaf hem een kus en zei dat ik het helemaal niet erg vond. Ik had even rust gevonden in mezelf. En zo dichtbij was ik al lang niet gekomen.

Troost

Oei, wat heb ik me gisteren rot gevoeld. Huilbuien waarbij diepzwarte wolken ellende naar buiten werden gestort.

Mijn lief zat naast me en hield mijn handje vast. En zowaar kwamen we weer heel dicht bij elkaar.

Jij verdrietig, ik verdrietig. Het leven is niet leuk. Maar we hebben elkaar.

dinsdag 16 juni 2009

Ziek

Ik ben ziek en het voelt een beetje raar om dat te zeggen. Toch bedoel ik het in de minst wenkbrauwoptrekkende zin van het woord. Mijn keelpijn, snotteren en hoesten afgewisseld door intense buikkrampen, overkomen zelfs de meest mentaal stabiele persoon wel eens. En dus kan ik hardop zeggen: "Ik ben ziek."

Leuk is het niet, maar dat is wat anders.

Ik sprak mijn moeder nog, belde haar om haar een goede vakantie te wensen. En toen ik vertelde dat ik ziek was, reageerde ze met "dat heb je met die watjes, gaan even wandelen in het weekend en zijn vervolgens gelijk ziek." Ik heb met haar meegelachen.

Zo is mijn moeder.

En zo ben ik eigenlijk ook. Maar ik begin ineens te zien dat het cynisme, het weglachen en maar dóórgaan me voor de voeten lopen. Het lijkt in eerste instantie een bewonderenswaardig sterke kant van mezelf, maar het holt me van binnen uit. Het hindert me om te zijn wie ik ben. Of wie ik wil zijn. Of om in ieder geval een stukje gezonder door het leven te gaan.




maandag 15 juni 2009

Een nieuwe ochtend, een nieuw begin

Het voordeel van mijn huidige gemoedstoestand is dan wel weer dat ik elke dag vroeg wakker ben. Ik stond om 5 uur naast het bed van mijn liefje en ben verwoed achter zijn computer gaan typen. (Hij sliep verder met zijn hoofd tussen twee kussens.)

Ik typte een hele lange mail naar mijn psycholoog waarin ik vertel over de rotstreek die mijn baas me heeft geleverd (me van de eerste plaats van een project gestoten waar ik toch zeker de grootste bijdrage aan heb geleverd), de gevangen gevoelens die ik heb (ik voel me gevangen, maar toch zitten mijn gevoelens elders vastgezet) en de pillen die vrijdag wel heel massaal dichtbij waren.

Ik heb een fijne psycholoog, kan haar altijd mailen en ze mailt me dan snel terug met inzichten, kalmerende woorden of zelfs oplossingen. Ik ben dan ook erg tevreden over mezelf dat ik deze mail heb verstuurd. Dat is een verstandige klus om de dag mee te beginnen.

Stap 1 is gezet voor vandaag. Stap 2 is in beweging blijven, dus dat wordt zo ontbijten en dan zwemmen. Stap 3 is me zo min mogelijk isoleren van het andere gepeupel op deze wereld en dus ben ik echt van plan naar dat feest te gaan vandaag.


Het plan is er en de eerste stap is gezet. Wie zegt dat deze dag niet al geslaagd is?!

zondag 14 juni 2009

Sterk

Wat had ik graag gewild dat ik wat sterker was. Dan was er meer nodig geweest om met de stofzuiger te gaan gooien. Het pakje gezeefde tomaten was dan niet door de koelkast gegaan. En ik was niet zo emotioneel uitgevallen tegen mijn liefje.

Ongelooflijk dat ik dit ben.

Als ik erover nadenk, besef ik me dat het een heftige tijd is. Zolang is het nog niet geleden dat ik ineens een stickertje kreeg opgeplakt. Dat het telefoontje van mijn lief om 22uur om me te herinneren aan het slikken van mijn pillen een dagelijks ritueel werd. Ik zie ineens mijn carrière voor mijn neus wegglijden en kan enkel machteloos toekijken. En het is nog maar twee avonden geleden dat ik onredelijk serieus dacht dat het mijn laatste avond zou zijn.

Het is alsof iets me weerhoudt al deze dingen en dus mezelf serieus te nemen. Iets heel sterks.

Eruit breken en weer terug op je plaats

Na 40 km wandelen ben ik gister nog 45 km gaan fietsen. Dus ik had wel verwacht dat ik die mentale ballast ergens in de berm zou hebben afgeschud.

Het hielp wel, het lopen dwars door pijn en vermoeidheid en het absurd harde fietsen tegen de heuvels op (en oké, ook weer eraf). Dan vang ik ergens in de verte weer een glimp op van mijzelf. Alsof ik zowaar weer voel wie ik ben. En ervaar dan een sprankje vrijheid dat ik inmiddels al zo ben gaan missen.

Thuis was ik heerlijk moe--nee, kapót was ik!--van alle fysieke uitputting en ik kon zowaar slapen zonder roze pilletje.

De volgende ochtend is er nog maar een fractie over van deze winst. De spierpijn maakt nog wat goed, maar verder ben ik weer met lichaam en ziel beland onder die glazen stolp* die me zo ontzettend benauwt. Het is zo jammer dat mijn lichaam me beperkt, want het liefst fiets ik vandaag weer verder. Helaas regent het ook.


* Die metafoor in het boek van Maarten van Buuren "Kikker gaat fietsen: Over het leed dat leven heet." vond ik erg herkenbaar. Hij gaat overigens ook fietsen om onder die stolp uit te komen. Maar dan zeker 60km.

zaterdag 13 juni 2009

Brandblaren

Stress en andere narigheid kun je maar het beste van je af-eten...eh, sorry! ik bedoel natuurlijk wandelen!

Vandaag staat er 40km op het programma. Georganiseerd, dus ik hoef verder lekker niet na te denken (http://www.debrandblarentocht.nl/).

De zon schijnt, ik heb mn wandeloutfit al aan, ik ga vandaag maar eens wat mentale ballast kwijtraken!

vrijdag 12 juni 2009

Pillen binnen handbereik

Pillen zijn soms zo onweerstaanbaar. Wat is dat toch, dat je iets eigenlijk helemaal niet wilt, maar het kán en het zou zo'n opluchting zijn! Eindelijk verandering in de gevangenis dat mijn leven nu is.

Nu voel ik me vooral uitgeput van de strijd die ik vandaag met mezelf heb gevoerd. De handvol pillen zijn--uit de strip gedrukt--weer terug in het doosje en ik heb netjes twee ijsjes en een pizza gegeten. Alsof er niets gebeurd is.

Maar ergens is het idee nog springlevend.

Van me aftikken

Ik volgde geruime tijd blogjes van vrienden en vriendinnen. Daarbij was ik ervan overtuigd dat het Mijn Ding niet was.

Tijden zijn echter veranderd.

In maart kwam ik in het traject van de psychische hulpverlening terecht. Op de diagnose depressie volgde de diagnose bipolair (II) en ben ik in aanraking gekomen met een heel legio aan pillen waarvan ik nooit had gedacht dat ze bestonden. Deze pilletjes hebben me veel goed gedaan, maar mijn wereld ook op zijn kop gezet. Het proces waar ik nu in terecht ben gekomen blijkt niet enkel een kwestie van Beter Worden, maar van het geheel herdefinieren van mezelf en het leven dat daarbij hoort.

Dat vind ik nogal wat. Ik ben nu veel bewuster bezig met wat ik zie en hoor en voel en kreeg zowaar de behoefte het van me af te schrijven. Ik heb helaas flinke weerzin gekregen tegen mijn eigen papieren dagboekje, omdat ik mezelf juist op mijn slechtste momenten dwong alles nauwkeurig (!) te noteren.

En dus zoek ik nu mijn toevlucht tot een typdagboek. Ofwel: Lotje tikt!