maandag 31 mei 2010

Doordenken

Ik ben een paar dagen in het buitenland geweest. Dat doe ik al jaren rond deze tijd.

Mijn vader, mijn zus en ik, alledrie met wisselende aanhang, lopen dan twee dagen mee met een georganiseerde wandeltocht.

Naast deze sportieve prestatie--die garant staat voor spierpijn, blaren en een blitse medaille--staat het Grote Genieten centraal. Het was ook nu prachtig weer, de natuur was op haar mooist, er was veel en lekker eten en de alcohol maakte het sociale sfeertje bijzonder feestelijk.
Ik kan nu ook voldaan zeggen dat ik heb genoten. En ook mijn Lief vond het heerlijk.

Thuisgekomen zie ik nog eens extra duidelijk dat we het bijzonder goed hebben. Een prachtig huis, een lieve kat en veel prettige spulletjes. En we hebben een hele fijne vakantie achter de rug.

Daarom de verwarring:

Waarom blijf ik zo piekeren? Hoor ik wel bij mijn Lief? En hij bij mij? Waarom maak ik van al het lichts zoveel zwaars? Ben ik wel wie ik ben? Waarom stel ik zulke hoge eisen aan mezelf en aan het leven? Als ik geniet van lekker eten, voel ik tegelijkertijd aan mijn groeiende buik en billen en verafschuw ik mezelf. Als ik op een bankje geniet van een boek, besef ik een tekort, een gemis.

Goed = goed = blijkbaar nooit goed genoeg.

Als de therapie mij in de resterende maanden antwoord zou kunnen geven op deze vragen, óf liever nog: mij ervan af zou kunnen helpen, dan ben ik echt 'klaar' voor het Echte Leven.

Dat denk ik echt.





dinsdag 18 mei 2010

Koosje

Het is een prachtige avond. Ik zie de zon langzaam achter het huizenblok in mijn uitzicht verdwijnen. Groene blaadjes aan volle bomen ritselen alsof er een zacht en zomers briesje staat. Merels zingen alsof ze nooit zijn weggeweest en nooit meer zullen verdwijnen.

Maar het maakt me dolgelukkig noch diepbedroefd. Mijn hoofd heeft al genoeg te verwerken van deze dag.

Vandaag was een speciale dag. Mijn lieve vriendin Carice toonde haar eerstgeborene Koosje aan het Grote Publiek. (Zie http://www.koosjehetboek.nl/ om ook kennis te maken.) Vol bewondering zag ik haar de auteur spelen die zij is. Ik blijf het zo bijzonder vinden dat zij haar gedroomde grote hoogten ook daadwerkelijk weet te bereiken. Kwestie van klimmen, maar dat moet je kunnen. En hoe!

Het is prettig dat haar lezers de wereld van de bipolaire stoornis beter zullen gaan begrijpen. Ik zal kunnen verwijzen naar haar boek en niet alles meer hoeven uit te leggen. Het was ook goed voor mij om te zien hoe goed Carice haar bipolariteit inmiddels heeft geaccepteerd. Hoe ze erover praat en erover schrijft. Het was een regelrechte ramp voor mij om te bemerken hoe slecht ik er nog mee uit de voeten kan.

Elk citaat dat werd gepresenteerd trof mij hard en onverwacht. Het liefste trok ik me ter plekke terug onder een heel dikke donkere deken om daar weer een beetje rustig te worden. En nu thuis kan ik zelfs daar geen kant op met mezelf. Heftig!

Maar Koosje kan ik niet loslaten. Ze boeit en trekt mij mee in een wereld die me pijnlijk met die van mij kan confronteren, maar die gelukkig toch vooral die van Koosje is.



donderdag 6 mei 2010

Weggelopen

Mijn Lief en ik besloten een wandeling te maken. Het was tenslotte een prachtige avond.

Maar daar, in de berm naast het enorme kanaal, lag een vrouw in de brandnetels. Niemand anders te bekennen. Ze was verward en ze was verdrietig. Voor de zoveelste maal weggelopen vertelde ze ons, want de mensen bij wie zij woonde waren ontzettend onaardig tegen haar en tegen elkaar. Ze kon er niet tegen. Ze was daar ongelukkig.

Ze was nog nooit zover gelopen en was trots en heel moe. We vogelden uit waar haar thuis was en gedrieën maakten we de lange wandeling terug. Halverwege hebben we een bushalte gezocht omdat ze zo moe en zo koud was, dat ze bijna weer in een berm ging liggen.

Ik probeerde me in te leven in hoe het zou zijn om zo sterk afhankelijk te zijn van anderen. Ergens te moeten wonen waar je je niet op je plek voelt, maar waar anderen beslissen of je daar blijft wonen of dat er ergens anders een plekje voor je is. Machteloos.

We belden aan bij haar huis en een koude verpleegkundige van amper 20 deed de deur open. Ze reageerde koel en afstandelijk en naar onze geredde vrouw zelfs een beetje vijandig. Die moest maar snel "naar haar kamer!"

Geen vragen over onze tocht en onze gesprekken. De deur werd zowat voor onze neus dichtgetrokken. Ze stelde kort dat dit voor ons misschien een hele gebeurtenis was, maar dat mevrouw vaker wegliep en we haar "de avond van haar leven hadden bezorgd door haar zoveel aandacht te geven". Dat we moesten begrijpen dat dit "een kliniek voor patienten met psychiatrisch ziektebeelden was" alsof we die hele vrouw met haar enorme doorzettingsvermogen en haar verhalen en haar verdriet vooral maar heel erg niet serieus moesten nemen.

En toen ben ik boos geworden. Heel erg boos. Je hebt mensen in alle soorten en maten en dat kunnen mensen zijn die aandacht nodig hebben en mensen die gevoelig zijn en dat zijn allemaal mensen. Alsof een "patient met een psychiatrisch ziektebeeld" niet het recht heeft om ongelukkig te zijn! Ik geloof niet dat de juf zich ook maar iets van mijn woede aantrok. Zij was immers wel meer gewend.

Ik had nog niet eerder van zo dichtbij meegemaakt hoe je met een psychiatrische diagnose in een hokje kunt worden weggestopt. Het deed me vreselijk veel verdriet.

De weg terug heb ik heel hard gehuild.

maandag 3 mei 2010

De Waarheid van het Verval


Na Manie komt Depressie.

Of het nu komt door teveel vrolijk bier op koninginnedag of door de wild gelezen pagina's in Mike Boddé's Pil komt. Ik weet het niet. Ik weet het gewoon even niet.

Maar het voelt flink rot. Met flinke nadruk speelt Verval door mijn hoofd. Mijn vader die over het randje van de dood kijkt, de rijen personen die ooit dichtbij mij stonden en nu lonken naar het einde. Of de overstap al hebben gemaakt. Alles is gedoemd te mislukken en te vergaan.

Toch voel ik ergens ook dat dit niet het enige is. Ik besef nog wel dat het allemaal ook heel anders gezien kan worden. Als ik me maar eventjes iets beter zou voelen.

(Vooral in kleine dingetjes kan ik nog wel heel normaal doen. En ik lach nog om stomme grapjes.)

Maar de angst dat dit toch echt de waarheid is die op de achtergrond altijd de waarheid zal blijven... Ik kan deze niet aan.